Oekraïne uit de woestijn helpen

1/03/2022 Leuven – Zoals veel tieners maakte Thaddeus een opstandige fase door en ging hij niet meer naar de kerk. Een woordenwisseling met een leraar op school zou de loop van zijn leven veranderen.

Thaddeus groeide op in de nasleep van de val van de Sovjet-Unie, in een tijd waarin de Oekraïense samenleving een spirituele renaissance meemaakte. Als kind gingen hij en zijn twee oudere broers samen met hun moeder en grootmoeder mee naar het plaatselijke Basiliaanse klooster in Drohobych, bij Lviv, het hart van de Grieks-katholieke Kerk in Oekraïne. Ze waren zo gefascineerd en onder de indruk van wat ze zagen, dat ze bij terugkomst de kerkelijke liturgieën in hun huiskamer naspeelden.

Als gemeenschap koesterde men de Kerk die ondanks vervolging door de Sovjets en gedwongen integratie in de orthodoxe Kerk weer was opgestaan. “In die tijd gingen veel jongeren en tieners naar het klooster om de monniken te helpen bij de wederopbouw. Daardoor voelden we ons deel van een grote familie. Vooral tijdens de zomervakantie gingen we helpen om de kloostertuin te onderhouden. We waren er dan de hele dag.”

Dit enthousiasme voor de Kerk overleefde zijn tienerjaren echter niet. Tadey, zoals hij genoemd wordt, was een opstandige jongen die het niet zo goed deed op school en graag als een volwassene behandeld wilde worden. Toen hij merkte dat de meeste mannen van de stad buiten de kerk stonden in plaats van naar binnen te gaan voor de Mis, besloot hij dat hij er genoeg van had en stopte hij zelf ook.

Het Basiliaanse klooster in Drohobych, bij Lviv

Op een dag gebeurde er iets dat alles zou veranderen dankzij een beetje hulp van pingpong. “Ik zat in de biologieles en onze leraar vroeg ons hoe vaak we naar de kerk gingen. Voor mij was dat een grote uitdaging, want ik wist dat mijn moeder bijna elke dag naar de kerk ging. Ik wist niet wat ik moest zeggen, omdat ik op dat moment niet ging.” Omdat hij de toewijding van zijn moeder niet wilde verraden, besloot hij te liegen en te zeggen dat hij op zondagen en op feestdagen naar de kerk ging. “Op dat moment maakte ik de belofte dat ik die avond naar de kerk zou gaan.”

“Onderweg dacht ik bij mezelf dat ik dom bezig was en dat ik beter thuis op mijn computer kon spelen, maar ik ging toch. Na de Mis speelde ik pingpong met de misdienaar en dat was erg leuk. Ik begon elke dag naar de kerk te gaan en na de Mis speelden we pingpong.”

Voor hij het wist had Thaddeus een nieuwe groep vrienden gevonden. Al snel begon het idee om in het klooster in te treden vorm te krijgen in zijn hoofd, maar hij wist dat er een belangrijk obstakel was dat hij moest overwinnen. Zijn vader woonde al vele jaren in het buitenland zoals zoveel andere Oekraïners en werkte in Portugal om zijn gezin te onderhouden. Tijdens een van zijn bezoeken aan huis waren ze in de keuken en zijn ouders maakten grapjes, toen zijn vader tegen hem zei: “Ooit zal je een vrouw hebben en zal je weten hoe moeilijk dit is”. Dat was het moment waarop Thaddeus de bom liet vallen. “Nee, dat wil ik niet”, zei hij.

Zijn vader was geschokt en drong er bij hem op aan om eerst naar de universiteit te gaan. Het hele jaar bad Thaddeus om begeleiding tot hij uiteindelijk besloot dat hij direct na het middelbaar zou gaan. Toen hij dit aankondigde aan zijn vader, die nog steeds in het buitenland was, vroeg hij om zijn zegen en voelde een golf van opluchting toen hij die kreeg.

Nu rondt hij zijn studie af en bereidt hij zich voor op de priesterwijding bij de Basilianen. Daarna zal hij naar Rome gaan om verder te studeren aan het Pauselijk Bijbelinstituut en zich voorbereiden om zijn land uit de woestijn te helpen waarin het zich op dit moment bevindt.

“De Sovjet-Unie heeft de mentaliteit van de mensen veranderd,” zegt hij en geeft de verregaande corruptie en het wantrouwen tegenover de overheidsinstellingen als voorbeelden. Daarnaast lijdt het land onder armoede, werkloosheid en drugsverslaving. “Dat is niet verwonderlijk,” zegt hij tegen Kerk in Nood, “als je bedenkt hoe traumatisch de decennia van het Sovjet-communisme waren”.

“Het is zoals de Israëlieten na Egypte. Zij hadden 40 jaar in de woestijn nodig om deze mentaliteit te overwinnen en de juiste dingen te gaan doen. Wij hebben tijd nodig om te veranderen. Als alles goed gaat, als we onze onafhankelijkheid als land nog 30 of 40 jaar langer bewaren, zullen we een andere mentaliteit hebben en zal het een echt goed land zijn.”

Ondertussen hebben Thaddeus en zijn generatie seminaristen echter alle hulp nodig die ze kunnen krijgen om hun vorming en studies te financieren. Pater Pantaleimon, rector van het Basiliaanse seminarie, bevestigt dat het elk jaar moeilijker is om de zaken draaiende te houden. “Sinds ik rector ben, hebben we dezelfde inkomsten, maar de prijzen zijn verdubbeld. Daarom is het elk jaar moeilijker om het seminarie staande te houden. Sinds de oorlog begon, is de economische situatie in Oekraïne onvoorspelbaar geworden.”

In deze situatie is hulp van organisaties als Kerk in Nood, die het seminarie al vele jaren financieel steunt, van essentieel belang. “We zijn dankbaar voor iedereen die ons helpt, in het bijzonder Kerk in Nood, omdat we op deze manier mensen kunnen dienen en onze missie kunnen voortzetten.”

 

 

Bekijk hier de video:

 

Uw gift wordt voor deze of gelijkaardige projecten en voor de pastorale opdracht van Kerk in Nood gebruikt.
Mededeling op uw overschrijving: 438-02-79 Oekraïne

We gebruiken cookies op deze website. Indien u doorgaat gaan we er vanuit dat u deze toestaat.

Doe een gift

Schrijf me in voor de digitale nieuwsbrief

Voor een goed databeheer hebben we deze gegevens nodig. Ons privacybeleid