Irak: “Paus en grootayatollah zijn vredestichters.”

Paus Franciscus heeft één van Iraks meest invloedrijke spirituele leiders voor sjiitische moslims ontmoet, grootayatollah al-Sistani. Dit bezoek, zegt een Iraakse pater en expert in de sjiitische islam, is historisch, niet alleen omdat het nog nooit eerder is gebeurd, maar ook vanwege de symboliek. “Beide mannen spelen een belangrijke rol in vrede en stabiliteit,” zegt de Iraakse pater Ameer Jaje O.P., directeur van de Arabische afdeling aan de Internationale Dominicaanse Universiteit in Parijs, afkomstig van Qaraqosh in Irak.

“Al-Sistani, bijvoorbeeld, was tussen 2006 en 2008 een belangrijke vredesbevorderaar tijdens de burgeroorlog in het land. Hij vaardigde zelfs een fatwa uit die opriep tot het beëindigen van de geweldsspiraal. Ondanks een bomaanslag op de belangrijkste moskee van Samarra, verbood al-Sistani het vergieten van Iraaks bloed als reactie: christelijk, sjiitisch of soennitisch. Als het een andere leider was geweest, had de situatie veel erger kunnen zijn.”

Pater Jaje O.P. van het Latijnse aartsbisdom in Bagdad. Hij leidde de organisatie van de pausreis naar de stad Ur, de geboorteplaats van Abraham.

Tijdens de ontmoeting ondertekenden de Paus en al-Sistani geen verklaring van broederschap tussen de mensen, zoals de Paus in 2019 deed met een belangrijke soennitische leider. Hoewel er enige speculatie was geweest dat zij zo’n document zouden ondertekenen, vertelde pater Jaje aan Kerk in Nood dat er niet genoeg tijd was geweest om het te organiseren. Zo’n document zou later kunnen komen. “Het is niet omdat ze het niet willen doen. Het was alleen een kwestie van tijd,” zei hij. “De symboliek van deze bijeenkomst zal echter meer waard zijn dan welke handtekening dan ook.”

Voor de belegerde christelijke minderheid van Irak is deze ontmoeting een teken van hoop dat het door sjiitische milities gedomineerde land pluralisme en diversiteit zal omarmen. Al-Sistani wordt door veel Iraakse sjiitische moslims vereerd, maar pater Jaje geeft toe dat er verdeeldheid heerst. Ongeveer 70% van het land omarmt de neiging van de grootayatollah tot scheiding van godsdienst en staat. De overige 30% neigt echter naar een interpretatie van de sjiitische islam die dichter bij die van het theocratische Iran ligt, het invloedrijke buurland van Irak. “Het echte probleem is deze 30%,” zegt hij. “Zij gebruiken de islam als politiek instrument.”

De christenen van Bagdad hopen dat het bezoek van de Paus hun gemeenschap zal redden van de rand van de afgrond. Een medewerker van de Kerk vertelde Kerk in Nood dat het aantal katholieken in Bagdad niet meer dan een paar honderd is, na jaren van bedreigingen en bomaanslagen. Bij het pauselijke bezoek aan de Syrisch-katholieke kerk Onze-Lieve-Vrouw van Verlossing in Bagdad, de plaats van een terroristische aanslag in 2010, was het aantal aanwezigen op een uitkijkplaats voor de lokale christelijke bevolking ongeveer 500.

Deze aantallen zijn dramatisch gedaald ten opzichte van 1979, toen 14% van de stad christen was, een percentage dat hoog genoeg is om de meeste Bagdadi van in de veertig en vijftig jaar oud zich te herinneren dat er naast hen christelijke kinderen naar school gingen.

Waffa, een Syrisch-orthodoxe vrouw in Bagdad die nog maar weinig vrienden en familie in de stad heeft, vertelde Kerk in Nood dat het bezoek van de Paus haar hoop geeft. “Het leven is hard hier in Bagdad. Mensen kijken me bijvoorbeeld veroordelend aan omdat ik de hijab niet draag, en de laatste jaren zijn er bedreigingen geuit tegen christenen. Het probleem is echter niet het Iraakse volk; het zijn de religieuze partijen.”

Voorlopig is de grootste uitdaging voor de christenen in Bagdad minder onmiddellijke zorgen over de veiligheid, maar een lokale aanvaarding en een behoefte aan hoop. Als de pogingen van paus Franciscus om bruggen te bouwen met moslimleiders vruchten afwerpen, kan dit een zeer reëel effect hebben voor het redden van een gemeenschap die worstelt om haar eigen toekomst veilig te stellen.

Kerk in Nood beschouwt het bezoek van Zijne Heiligheid paus Franciscus van 5 tot 8 maart 2021 aan Irak als erg bemoedigend. Deze reis heeft de visie van het grootste deel van de Iraakse samenleving tegenover christenen veranderd. De mensen hebben begrepen dat christenen geen gasten uit het Westen zijn, maar echt deel uitmaken van het land en de regio. “Kardinaal Sako, de patriarch van de Chaldeeuwse kerk, verzekerde mij hiervan,” aldus Regina Lynch, de projectdirecteur van Kerk in Nood aan het einde van de pausreis. Als vertegenwoordiger van het netwerk voor hulpverlening aan de Oosterse Kerken (ROACO) maakte ze deel uit van de reisdelegatie aan boord van het pauselijke vliegtuig. “We hopen dat deze nieuwe aandacht zal blijven duren.”

We gebruiken cookies op deze website. Indien u doorgaat gaan we er vanuit dat u deze toestaat.

Doe een gift

Schrijf me in voor de digitale nieuwsbrief

Voor een goed databeheer hebben we deze gegevens nodig. Ons privacybeleid