De tijdens de Syrische burgeroorlog verwoeste Sint-Eliakathedraal van Aleppo herrijst uit haar as

Na een moeilijke wederopbouw werd de maronitische Sint-Eliakathedraal in de Syrische stad Aleppo, die tijdens de oorlog door meerdere granaten zwaar werd verwoest, maandag 20 juli 2020 officieel ingewijd.

“De restauratie en heropening van de kathedraal heeft een symbolische betekenis. Het is een boodschap aan de christenen in Aleppo en over de hele wereld. De restauratie van de kathedraal bewijst dat we ondanks ons afnemende aantal nog steeds in dit land zijn. Onze stemmen zullen God op deze plek blijven loven, ondanks alle moeilijkheden,” aldus Joseph Tobji, de maronitische aartsbisschop van Aleppo, in een recent interview met de internationale hulporganisatie Kerk in Nood (Aid to the Church in Need – ACN).

De Sint-Eliakathedraal, gelegen in de wijk Al-Jdaydeh van Aleppo, heeft een lange geschiedenis achter zich. Ze werd gebouwd in 1873 en gerenoveerd in 1914 en verving een kleine 15de-eeuwse kerk die dezelfde plek bewoonde.

Tussen 2012 en 2016 leed de kathedraal minstens drie zware raketaanvallen en vele kleine incidenten. De ernstigste schade deed zich voor in 2013, toen de jihadisten dit deel van de stad binnenvielen om alle christelijke symbolen te vernietigen.

Nadat de kathedraal vier jaar in puin was geweest, konden haar deuren met Kerstmis heropend worden, toen dit deel van de stad in 2016 van de rebellen was bevrijd. “We besloten de boodschap van hoop te sturen dat de Zoon van God vlees geworden is en altijd bij ons blijft. Tijdens de eucharistische viering was de emotie groot toen het Kind Jezus in de kribbe werd geplaatst dat uit de ruïnes van het ingestorte dak was gemaakt. Wij allen die aanwezig waren, huilden en lachten tegelijkertijd,” herinnert de aartsbisschop zich tijdens het interview.

De Syrische christenen zijn zwaar getroffen door de burgeroorlog. Van de 1,5 miljoen christenen die vóór de oorlog in het land leefden, wordt geschat dat er nog een derde overblijft. In Aleppo zijn de cijfers vergelijkbaar. Volgens de bronnen van de pauselijke stichting Kerk in Nood waren er ongeveer 180.000 christenen vóór de oorlog, en zijn er nog maar ongeveer 30.000 over. De kathedraal zal de maronitisch christelijke gemeenschap huisvesten die, hoewel niet de grootste in aantal, een groot sociaal werk van humanitaire hulp in de stad biedt. “Ons verlangen is om te blijven, niet alleen omdat we hier geboren zijn, hier gewoond hebben, of geen andere oplossing hebben, maar ook omdat het onze “missie” is. En we hebben geen andere plek om samen te komen dan deze kathedraal. We zijn een familie, en mijn bedoeling was om het gemeenschappelijke huis te vernieuwen dat ons verenigt en ons verwelkomt,” zegt Mgr. Tobji.

Thomas Heine-Geldern, uitvoerend president van de katholieke hulporganisatie Kerk in Nood, die het grootste deel van de fondsen voor de reparatie van de kerk ter beschikking heeft gesteld, stuurde een videobericht waarin werd uitgelegd dat het voor hem niet mogelijk was om het evenement bij te wonen vanwege de beperkingen die het gevolg zijn van de pandemie: “Het stemt me zeer verdrietig dat ik deze dag van vreugde niet met u kan delen. Kerk in Nood was aanwezig tijdens de moeilijkste momenten. Het zou heel leuk geweest zijn als we vandaag samen hadden kunnen zijn. De omstandigheden staan het niet toe, maar we zien de Sint-Eliakathedraal en het is een wonder. Het is fantastisch om te zien dat ze terug in haar oude pracht schijnt. Ik hoop dat ze weer het centrum van de hele christelijke gemeenschap mag worden, zoals het was voor deze verschrikkelijke oorlog.”

Tussen 2011 en 2019 steunde Kerk in Nood 900 projecten voor een totaal van 37 miljoen euro in Syrië. Momenteel ontwikkelt de stichting meer dan honderd kleine en grote projecten.

Door Maria Lozano