Christenen in Pakistan: “Kiezen tussen honger en besmetting”

Door de maatregelen die werden genomen om de pandemie in te dijken, is de sociale ellende van de christelijke minderheid in Pakistan nog verder toegenomen. Om meer dan 5.000 gezinnen, die al voor de pandemie onder de armoedegrens leefden en zich nu in een uitzichtloze situatie bevinden, van levensmiddelenpakketten te kunnen voorzien, hebben de bisschoppen van de bisdommen Faisalabad, Islamabad-Rāwalpindi en Lahore aan Kerk in Nood een omvangrijk hulpprogramma voorgelegd. De katholieke hulporganisatie zal dit met een starthulp voor een totaal bedrag van 150.000 euro ondersteunen.

Volgens officiële cijfers zijn er ondertussen 59.151 personen met het virus besmet, van wie er 1.225 zijn overleden (situatie op 27 mei). De hardst getroffen regio’s zijn Sindh en Punjab.

“Christenen, die ongeveer twee procent van de bevolking van het land uitmaken, behoren tot de sociaal zwakste groepen in Pakistan. Ze hebben bijzonder sterk te lijden onder de economische gevolgen van het uitgaansverbod en onder de beperkingen die sinds einde maart in het land van kracht zijn. Het coronavirus heeft het stuk brood dat ze hadden van hen weggenomen. In deze crisis, tijdens dewelke ze in een bijzonder krappe en overvolle ruimte met weinig middelen moeten zien te overleven, mogen we hen niet voor de verschrikkelijke keuze stellen tussen honger en besmetting”, benadrukt Thomas Heine-Geldern, uitvoerend president van Kerk in Nood internationaal.

Volgens lokale berichten, waarover Kerk in Nood onlangs verslag heeft uitgebracht, hebben enkele ngo’s in Pakistan net als islamitische leiders geweigerd om christenen en andere religieuze minderheden in het kader van de COVID-19-noodhulp te ondersteunen, ondanks het feit dat ze tot de bevolkingsgroepen behoren die het hardst door de pandemie zijn getroffen.

“Meestal worden religieuze minderheden uitgesloten van de hulpprogramma’s die door de overheid worden aangeboden; de facto zijn dit tweederangsburgers die slechts zelden in aanmerking komen om gebruik te maken van steunmaatregelen van de overheid. Religieuze discriminatie is niet nieuw in Pakistan, maar het is wel enorm zorgwekkend dat minderheden ook tijdens deze wereldcrisis duidelijk worden benadeeld”, betreurt Heine-Geldern.

Vele christenen werken als dagloners, huispersoneel, bij schoonmaak- of keukendiensten, als straatverkopers of in de tegelproductie. Ze verdienen heel weinig en zijn op hun dagloon aangewezen om hun gezin te voeden en te onderhouden. “Al die arbeidssectoren zijn sterk getroffen door sluitingen. Vele christelijke huisbedienden werden zonder vooropzeggingsperiode of compensatie ontslagen door de gezinnen waarvoor ze jarenlang hadden gewerkt, omdat die schrik hadden dat de arme personeelsleden de besmetting in hun huizen zouden kunnen binnenbrengen”, aldus de uitvoerende president.

In Faisalabad omvat het door Kerk in Nood ondersteunde noodhulpprogramma naast de uitdeling van levensmiddelen ook een bewustmakingscampagne, die de bedoeling heeft om de gezinnen via de radio en de digitale media te informeren over hoe men zich tegen het virus kan beschermen. Daarnaast is volgens de uitvoerend president Heine-Geldern van Kerk in Nood ook gepland om in de kerken gezichtsmaskers uit te delen aan de gelovigen en om de priesters, de catechisten, het personeel van het bisdom en vrijwilligers zodanig uit te rusten dat ze hun persoonlijke bescherming kunnen verzekeren bij de uitvoering van hun pastorale en sociale programma’s.

“De prioriteit van onze hulporganisatie bestaat erin christenen te helpen die het slachtoffer zijn van vervolging en discriminatie, wat in Pakistan overduidelijk het geval is. We hebben al noodhulp geboden door middel van misintenties ter ondersteuning van priesters, maar dat volstaat niet. We beschikken weliswaar niet over de nodige middelen om alle nood te lenigen, maar we zijn van mening dat het een goede zaak is om met deze uiting van solidariteit een signaal te geven en we hopen dat andere organisaties en vele mensen van goede wil zich bij onze inspanningen zullen aansluiten, zo niet is het voortbestaan van de christenen in Pakistan bedreigd”, waarschuwt Heine-Geldern.

Door Maria Lozano

 

We gebruiken cookies op deze website. Indien u doorgaat gaan we er vanuit dat u deze toestaat.

Doe een gift

Schrijf me in voor de digitale nieuwsbrief

Voor een goed databeheer hebben we deze gegevens nodig. Ons privacybeleid